Té vaak blijkt de controlerend accountant, nadat een boekhoudschandaal aan het licht is gekomen, geen bijzondere aandacht gevraagd te hebben voor wél geconstateerde onregelmatigheden en/of risico’s, vanwege vermeende of geveinsde ‘immaterialiteit’ van de kwestie. Of heeft de organisatie zelf ‘immateriële’ informatie achterwege gelaten.
Een jaarrekening moet een goed beeld geven van de financiële ‘werkelijkheid’, voor alle belanghebbenden en belangstellenden. Ze wordt daartoe opgesteld volgens vastgestelde verslaggevingsregels: IFRS, Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, het BW.
Regelmatig blijken organisaties die volgens IFRS rapporteren onzeker te zijn over hoe zij materialiteitsbeoordelingen moeten opzetten en uitvoeren. Te vaak volgen zowel CFO als accountant daarom de letter van IFRSregels, als af te vinken checklist, in plaats van naar de geest van de regelgeving integer en met gezond verstand te oordelen en te handelen.
Om die organisaties te helpen, en hun attitude te verbeteren, heeft de IASB nu IFRS Practice Statement 2: Making Materiality Judgments gepubliceerd. Daarnaast vraagt de IASB om reacties op een aantal voorstellen tot verbetering en verduidelijking van haar definities van ‘materialiteit’, via de publicatie The Exposure Draft Definition of Material .
“Het concept van materialiteit is zo belangrijk bij de opstelling van de financiële rapportages, omdat het bedrijven helpt om te bepalen welke informatie in hun rapporten wél, en welke niet openbaar gemaakt hoeft te worden,” aldus de IASB in het begeleidend persbericht.
Eén gedachte over “Hulp bij materialiteitsbepaling”
Reacties zijn gesloten.