Brengt nieuwe technologie ons het paradijs of meer van hetzelfde? Een groeiend precariaat of universele bestaanszekerheid?
Peter Thiel, miljardair geworden door Paypal en Facebook, is een dwarse denker. Hij biedt ondernemende jongens en meisjes $100.000 als ze niet gaan studeren, maar een goed idee hebben voor een nieuwe startup. Hij is ervan overtuigd, dat ze daar en dan meer zullen leren van het ondernemen dan welke hoogleraar dan ook ze ooit zal kunnen bijbrengen.
Toen Times-magazine hem eerder dit jaar vroeg of hij Starwars-fan dan wel een Trekkie was, noemde hij Startrek ‘communistische propaganda’. Het hele Star Wars epos begint immers met een schuld, die Han Solo moet aflossen. “Starwars is driven by money!” Terwijl de technologie in Star Trek, naast de warp speed, ook de ‘replicator’ heeft voortgebracht – een machine die op afroep gratis alles maakt, van machineonderdelen tot viergangendiners compleet met exquise wijnen.
Volgens Thiel moeten we waken voor dergelijk wat hij noemt ‘technologisch utopisme’, het idee dat technologie ons gaat bevrijden van alle onaangename kanten van het aardse tranendal (al wil hij zelf wel minstens 120 jaar oud worden). Het is een illusie te denken dat zo een replicator de “economic question” van John Maynard Keynes’ zal oplossen – door evenwicht te brengen tussen vraag en aanbod, tussen schaarste en overvloed, en daarmee ook marktwerking en prijsmechanismen overbodig zal maken.
Dat in de Star Trek samenleving het gebruik van de replicator blijkbaar gratis is, zodat deze door iedereen gebruikt kan worden en iedereen dus even rijk is, komt niet door de technologie als zodanig, maar moet een politieke beslissing zijn geweest, zegt Thiel in de Newyorker ( “Why Peter Thiel fears Star Trek”). De visie van Star Wars, met zijn feodale structuren en oorlogen, is veel realistischer.
Hoe dat ook zij, nu technologie steeds meer de plaats inneemt van menselijke arbeid, staan we voor de vraag of we bereid en in staat zullen zijn om de opbrengsten van die arbeid ‘eerlijk’ te delen. In Davos werd vorig jaar tijdens het WEF al actief gepleit voor het universeel basisinkomen; zie “Why we should all have a basic income”.
De World Bank kan triomfantelijk concluderen, dat vanaf 2015 minder dan 10% van de wereldbevolking nog in ‘extreme armoede’ moest leven, terwijl dat 30 jaar geleden nog voor 40% gold; tegelijk moeten we een groeiend deel van de bevolking in de eerste wereld tot het ‘precariaat’ gaan rekenen, een nieuwe onderklasse die het inkomen de laatste jaren alleen maar ziet dalen. In Nederland geldt dat voor liefst 70% van alle huishoudens, concludeert het McKinsey Global Institute.