Hoe komt het toch, dat veel zogenaamde experts, CEO’s, politici en andere ogenschijnlijk zeer bekwame mensen, zo vaak net de verkeerde beslissing nemen? Hebben ze soms niet het beste met ons/ hun organisatie voor? Of zijn ze gewoon incompetent? Nassim Nicholas Taleb, filosoof, zakenman, eeuwige onruststoker en auteur van het baanbrekende Fooled by Randomness en het nog bekender The Black Swan: The Impact of the Highly Improbable, zegt in Skin in the Game: Hidden Asymmetries in Daily Life, zijn nieuwste collectie essays over risico, rationaliteit, toeval en willekeur, dat geen van beide verklaringen de juiste is.
De ware oorzaak is, aldus Taleb, dat die boven ons geplaatsten niet gestuurd en gecorrigeerd worden door de juiste incentives. Zij worden immers beoordeeld en ‘beloond’, niet op basis van de effectiviteit van hun beleid of de efficiency waarmee ze dat uitvoeren; neen, ze hoeven alleen in een goed blaadje te staan bij hun superieuren (de RvC, de partij). Ze hebben zelden direct persoonlijk belang bij de uitkomsten van hun beslissing.
Fans zullen met groot genoegen Talebs ‘experts problem’ opnieuw zien opduiken in Skin in the Game. Volgens Taleb mogen immers alleen tandartsen, piloten, loodgieters, bouwkundig ingenieurs en “gepromoveerden op Portugese onregelmatige werkwoorden” zich echte experts noemen; terwijl agogen, sociologen, beleidsanalisten en – ambtenaren, managementtheoretici, politici, journalisten en (macro)economen dat nimmer zijn. Het grote verschil tussen de twee is, dat eerstgenoemden onmiddellijk en persoonlijk gestraft worden voor door hen gemaakte fouten en vergissingen. De tweede categorie rationaliseert mislukkingen steevast weg door de theorie aan te passen of te vervangen: ze hadden het niet echt bij het verkeerde eind, ze waren misschien te vroeg, of men heeft hen verkeerd begrepen. Met een beetje geluk en flux de bouche leidt hun apologie niet tot ontslag, maar resulteert in de ene promotie na de andere, op basis van de ene na de andere mislukking.
Skin in the Game zit weer vol met dergelijke briljante inzichten, sommige al eerder door Taleb geformuleerd, maar vele ook geheel nieuw. Een ervan plaatst hij zelfs trots op de stofomslag, in de vorm van een geciteerde (anonieme) tweet: “The problem with Taleb is not that he’s an ass – he is an ass— the problem with Taleb is that he is right.” Wie kan het daarmee oneens zijn?
Geheel passend in dit treurig stemmend tijdsgewricht vraagt Taleb zich in hoofdstuk 2, getiteld “The Most Intolerant Wins” af, waarom we dezer dagen toch zo lijden onder de knoet van “the most easily offended”, de beroepsgekwetsten. Je mag niet roken in de niet-roken ruimtes ( bijna overal dus), maar je hoeft helemaal niet te roken als je in de veel kleinere rokersruimte bent. Niemand wordt boos als je ‘Fijne feestdagen’ zegt, maar ‘Zalig Kerstfeest!”, dat is echt not done in bepaalde kringen. Tja, zegt Taleb, het is nu eenmaal zo, dat er altijd voor elk issue fanaten zijn, terwijl de meeste mensen koud noch warm worden van en voor dat onderwerp, en dus niet bereid zijn ervoor op de barricade te gaan. Zo vormden de Christenen in het oude Rome een bijzonder intolerante minderheid, die niet rustte tot de decadente Romeinen ‘bekeerd’ waren; datzelfde dreigt nu te gebeuren met het westen en het islamisme (Taleb komt oorspronkelijk uit Libanon!).
In zijn omgang met heilige huisjes toont Taleb zich een waardig volgeling van de negentiende-eeuwse Franse contraire denker Frédéric Bastiat, net als hij niet wars van choquerende aforismen en uitspraken ( “Il y a trop de grands hommes dans le monde ; il y a trop de législateurs, organisateurs, instituteurs de sociétés, conducteurs de peuples, pères des nations, etc. Trop de gens se placent au-dessus de l’humanité pour la régenter, trop de gens font métier de s’occuper d’elle”, in La Loi uit 1850).
Zo wees Bastiat er al op, dat als de staat iets bevordert door bijvoorbeeld belastingen te verhogen (denk aan de energietransitie!), altijd een klein aantal burgers daar veel bij te winnen heeft en zich daar dus erg sterk voor zal maken – terwijl de massa niet de moeite zal nemen om zich tegen die paar centen minder besteedbaar inkomen. Daardoor groeit het aantal wetten, regelingen, uitzonderingen, toeslagen en kortingen exponentieel, zonder dat iemand zich afvraagt waar we in ’s hemelsnaam mee bezig zijn, qua effectiviteit en efficiency…
Dit is slechts een van de voorbeelden van de ‘asymetrieën’ in Talebs ondertitel. Als u benieuwd is naar het Lindy effect, het Jodendom versus Scientoloy, Shakespeare versus Stephen King, Wittgenstein en de wetenschapsfilosofie, korte versus lange-termijn investeringen, kansberekening versus risicobeheersing, en nog veel meer pareltjes, koop en lees dan snel