Voor het negende jaar op rij is Zwitserland de sterkst concurrerende economie van de wereld, zo blijkt uit de meest recente Global Competitiveness Index (GCI) van het WEF . Het Alpenland scoorde 5,86 op de GCI-schaal, die loopt van 1 tot 7. Zwitserland scoorde daarmee nog hoger dan vorig jaar (5,81) op alle 12 aspecten die het WEF meet.
De Verenigde Staten veroverde tweede plaats op Singapore, dat dus één plaats zakte ( met een score van 5,71 (vorig jaar 5,72). Nederland en Duitsland bleven op dezelfde, resp. vierde en vijfde positie.
De GCI rangschikt jaarlijks 137 economieën, samen goed voor 98% van het wereldwijde BNP, en definieert ‘concurrentiekracht’ als de optelsom van “factors that drive countries’ productivity and prosperity”. Volgens het WEF zijn dat: institutions, infrastructure, macroeconomic environment, health and primary education, higher education and training, goods market efficiency, labor market efficiency, financial market development, technological readiness, market size, business sophistication, en last but not least ‘innovation’.
Drie probleemgebieden
Naast de GCI ranking gaat The Global Competitiveness Report 2017–2018 in op de huidige en toekomstige economische ontwikkelingen. Het signaleert een drietal uitdagingen. Ten eerste lijkt de financiële sector op veel plaatsen nog steeds kwetsbaar. Ten tweede stelt het dat steeds meer landen met technologie innoveren, maar dat de vruchten beter verdeeld moeten worden, zeker in nieuwe economieën, zoals China, India en Indonesië.
Ten derde wijst het WEF op wat het de vierde industriële revolutie noemt en stelt dat deze zowel meer flexibiliteit op de arbeidsmarkt als betere bescherming van werknemers nodig maakt. “De grote aantallen banen, die door automatisering en robotisering worden bedreigd, dwingen ons om condities te scheppen die al te grote aardschokken in de economie kunnen doorstaan. En we zullen de factor arbeid moeten ondersteunen bij deze transitie.” Eerder al dacht hjet WEF na over oplossingen als een universeel basisinkomen.