De NIVRA kwam al in 2010 met het discussiedocument Meer dan euro’s alleen. In datzelfde jaar (ver vóór Trump) publiceerde de Amerikaanse Securities and Exchange Commission (SEC) richtlijnen voor de rapportage over de materiële gevolgen van klimaatverandering voor beursgenoteerde bedrijven. In het VK richtte Mark Carney, voorzitter van de Financial Stability Board (FSB) en gouverneur van de Bank of England, in 2015 de Taskforce Climate-Related Financial Disclosures (TCFD) op – het eerste internationale initiatief dat (de financiële gevolgen van) klimaatverandering in de context van financiële stabiliteit in kaart bracht.
Ondanks deze ontwikkelingen blijkt er tot op heden weinig veranderd, in de mate en manier waarop bedrijven rapporteren over klimaatgerelateerde kansen en risico’s. Uit de The KPMG Survey of Corporate Responsibility Reporting 2017 blijkt dat driekwart van ‘s werelds grootste bedrijven (de G250) klimaatverandering niet als een financieel risico erkent, althans noemt en waardeert. Van de 100 grootste Amerikaanse bedrijven (de N100) benoemt nog niet de helft financiële risico’s van klimaatverandering in de jaarverslagen. Bedrijven die deze risico’s wel erkennen, rapporteren bovendien niet wat de financiërle gevolgen ne risico’s zijn. Laat staan dat ze de potentiële financiële impact met behulp van scenario-analyse modelleren.
Waar hebben we het over, bij die ‘klimaatgerelateerde financiële risico’s’, en waarom wordt daarover getrouw en tijdig rapporteren steeds belangrijker? De TCFD identificeert twee klimaatrisico-categorieën: transitierisico’s en fysieke risico’s.
Transitierisico’s worden gedefinieerd als de financiële en reputationele impact van het negeren, veronachtzamen of mislukken van de cruciale overgang naar de koolstofarme economie. Denk aan beleid(smaatregelen) om de gevolgen van klimaatverandering te mitigeren (of gebruik te maken van de kansen die zij biedt), juridische claims tegen bedrijven die juist verwijtbaar bijdragen aan die klimaatverandering (of nalaten te handelen), dan wel de risico’s die de onderneming loopt in het kader van nieuwe disruptieve technologieën en marktontwikkelingen.
De fysieke risico’s omvatten de (financiële gevolgen van de) fysieke effecten van klimaatverandering, zoals verstoring van de bedrijfsactiviteiten door extreme weersomstandigheden of de lange-termijn-gevolgen van klimaatverandering.
Waarom zijn ondernemingen zo karig met het rapporteren over klimaatrisico’s? De meeste hebben er natuurlijk geen enkele ervaring mee, en beschikken dus ook niet over de deskundigheid en processen voor op scenario’s gebaseerde rapportering van dergelijke klimaatrisico’s. Eerst en vooral zullen zij bestaan van die risico’s moeten erkennen, en de moeite nemen om hun waarschijnlijkheid en eventuele bedrijfsmatige impact te waarderen. Zonder bewustzijn van de top, externe druk om erover te rapporteren, zullen klimaatrisico’s niet automatisch hetzelfde gewicht krijgen als de ‘gewone’ financiële en operationele risico’s. De TCFD beveelt de scenario-analyse aan als methodologie om potentiële zakelijke, strategische en financiële implicaties van klimaatgerelateerde risico’s (en kansen!) te beoordelen en daarover te rapporteren aan stakeholders.
Gelukkig constateert de KPMG Survey enige vooruitgang. Steeds meer (inmiddels 23% van zowel de G250 als de N100) stellen in elk geval doelen om hun CO2-impact te verkleinen. Dat soort doelstellingen (en de eerlijke rapportage daarover) helpen organisaties aan investeerders, leveranciers, werknemers en het publiek een eerste signaal te geven, dat ze bereid zijn om serieus werk te maken van de transitie naar een koolstofarme economie.