{"id":577,"date":"2017-10-12T10:00:40","date_gmt":"2017-10-12T10:00:40","guid":{"rendered":"http:\/\/tibprojecten.nl\/?p=577"},"modified":"2017-10-12T10:00:40","modified_gmt":"2017-10-12T10:00:40","slug":"interoperabiliteit-in-europa","status":"publish","type":"post","link":"https:\/\/tibprojecten.nl\/interoperabiliteit-in-europa\/","title":{"rendered":"Interoperabiliteit in Europa"},"content":{"rendered":"
Het concept \u2018interoperabiliteit\u2019 verwijst naar de mogelijkheid van verschillende autonome, heterogene systemen, apparaten of andere eenheden (bijvoorbeeld organisaties of landen) om (digitaal) met elkaar te communiceren. Daarvoor zijn door allee communicerende partijen erkende gemeenschappelijke standaarden, protocollen en procedures nodig. Het gaat daarbij om het elkaar verstaan zowel in technische, maar ook in semantische en juridische zin.<\/p>\n
De EU erkent die \u2018interoperabiliteit\u2019 als basisvoorwaarde voor verdere groei en bloei, en heeft daartoe dan ook een \u2018strategie voor de digitale interne markt\u2019 ontwikkeld (Digital Single Market strategy<\/a>), het ISA2 programm<\/a>a (Interoperability Solutions for European Public Administrations) opgezet en er zelfs een richtlijn aan gewijd, Directive 2014\/55\/EU<\/a>, \u00a0die het algemene gebruik van de betreffende Europese standaarden (inclusief \u2018e-procurement\u2019) in 2018 wil bewerkstelligen. Zoals te doen gebruikelijk zijn er bij de implementatie van de standaarden voorlopers en achterblijvers, zo blijkt uit het recent verschenen State of Play of Interoperability in Europe \u2013 Report 2016<\/a> , gebaseerd op onderzoek door het NIFO (National Interoperability Framework Observatory). NIFO constateert dat de \u2018alignment\u2019 van de betreffende lidstaten inmiddels toegenomen is tot gemiddeld 75%. 23 landen hebben boven de 50% gescoord, 12 meer dan 80%. Estland is het meest interoperabele land (100%), gevolgd door Nederland (99%) en Spanje (97%). Aan de andere kant van het spectrum treffen we Ierland (18%), Belgi\u00eb (32%) en Portugal (41%).<\/p>\n<\/p>\n